
Op 1 januari verandert er weer veel als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving. Wij hebben een aantal van deze regels op een rijtje gezet die belastingtechnisch interessant zijn voor 2019. Niet alleen voor de inkomstenbelasting van 2019, maar ook voor de zorgtoeslag 2019, huurtoeslag 2019 en kinderopvangtoeslag 2019.
Lage btw omhoog
Het lage btw-tarief gaat omhoog van 6 naar 9 procent. Daardoor worden de dagelijkse boodschappen circa 2,8 procent duurder, maar ook bijvoorbeeld kraanwater, het openbaar vervoer, een avondje uit en een bezoekje aan de kapper.
Belastingen: tarieven omlaag, heffingskortingen omhoog
Het kabinet komt met ruim 60 belastingmaatregelen (het nieuwe Belastingplan), waarvan een groot deel per 1 januari geldt. Zo gaan de belastingtarieven omlaag en de belastingkortingen omhoog, waardoor werk meer oplevert.
Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf 21.000 euro per jaar. Het tarief in de huidige tweede en derde schijf daalt van 40,85 procent naar 38,10 procent. Het tarief in de huidige eerste schijf stijgt van 36,55 naar 36,65 procent. Het tarief in de huidige vierde schijf daalt van 51,95 naar 51,75 procent.
De heffingskorting stijgt per 1 januari met 212 euro tot 2477 euro voor inkomens tot 20.384 euro per jaar. Mensen met inkomens tussen de 20.384 en 68.507 euro profiteren ook, maar wel minder. Door de maatregel stijgt het besteedbaar inkomen van mensen met een inkomen tot 68.507 euro per jaar.
De maximale arbeidskorting stijgt in 2019 met 150 euro tot 3399 euro. Ook bouwt de arbeidskorting in 2019 sneller af. Hier profiteren werkenden met een inkomen tussen circa 10.000 en 41.000 euro van.
Gepensioneerden krijgen komend jaar te maken met een verhoging van de ouderenkorting. In 2019 wordt het maximale bedrag van de ouderenkorting na indexatie met 178 euro verhoogd tot 1596 euro. Voor ouderen met een inkomen boven de 36.000 euro bouwt de ouderenkorting vanaf dit jaar geleidelijk af. Ouderen met een inkomen tussen euro 36.000 en 47.000 euro profiteren hiervan, omdat de ouderenkorting in 2018 nog direct daalde naar 72 euro wanneer het inkomen boven de inkomensgrens uitkwam.
Minimumloon gaat omhoog
Het minimumloon gaat omhoog. De bedragen worden bepaald op basis van een volledige werkweek, die meestal bestaat uit 36, 38 of 40 uur per week, afhankelijk van de sector. In supermarkten bijvoorbeeld is een volledige werkweek 40 uur. In de horeca en de glastuinbouw is dat 38 uur per week. Bekijk de tarieven hieronder in het overzicht.
Vaders extra vrij
De WIEG (Wet invoering extra geboorteverlof) treedt in werking. Daardoor heeft de partner van de moeder van een pasgeboren baby recht op vijf dagen verlof in plaats van twee. Die vijf vrije dagen worden volledig betaald. Vanaf 2020 krijgen werknemers in het eerste half jaar na de geboorte recht op nog eens vijf weken verlof tegen 70 procent van het loon.
Kinderopvang en toeslag
In de kinderopvang mogen medewerkers voortaan nog maar drie kinderen tot 1 jaar oud onder hun hoede hebben. Nu zijn dat er nog vier. Bij de buitenschoolse opvang voor kinderen ouder dan 7 jaar gaat het maximum juist omhoog van tien naar twaalf kinderen.
Kinderopvang was al stevig aan de prijs, maar wordt in 2019 nog iets duurder. Althans, de dagopvang. De maximale uurprijs wordt daar verhoogd naar 8,02 euro per uur, een verhoging van 11 procent. Het uurtarief van de buitenschoolse opvang gaat juist naar beneden en komt op 6,89 euro. Om ouders tegemoet te komen bij de kosten, gaat ook de kinderopvangtoeslag omhoog.
Eigen woning
Voor de hogere inkomens (boven 68.507 euro) wordt het tarief van een aantal aftrekposten afgebouwd, zoals de hypotheekrenteaftrek. Vanaf 1 januari bedraagt het tarief voor hypotheekrenteaftrek voor hoge inkomens 49 procent (Dat was 49,5 procent). Tegelijkertijd daalt het eigenwoningforfait naar 0,65 procent. Dat is het percentage van de WOZ-waarde van een woning waarover belasting moet worden betaald.
Met ingang van 2019 wordt de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de wet Hillen) beperkt. De aftrek wordt jaarlijks met 3 1/3 procentpunt verlaagd over een periode van 30 jaar.